Natuurblog: De Winteraconiet
Ik hou van bloemen. Ik hou van hun kleur en van zoete geuren. Ik hou van het zoemen van insecten op zoek naar nectar. En als het gaat om de seizoenen, dan hou ik denk ik het meest van het staartje van de winter, de overgangsfase tussen de winter en de lente. De dagen die lengen en de natuur die langzaam tot bloei komt.
Aan de foto van vandaag zit een leuk verhaaltje vast. Elke donderdagavond eet ik bij mijn moeder, een fijne traditie en één die we zelden overslaan. Omdat ik laatst ziek was, kwam mijn moeder bij mij en om me wat extra te verwennen kreeg ik een mandje met gele bloemetjes. Superlief! Nu leer ik de laatste tijd wel veel bij over de natuur, maar echte groene vingers heb ik niet en dus had ik geen idee welke bloemetjes het waren… “Het is de winteraconiet”, zei mijn moeder, “één van de eerste bloeiers”. Wat een gezellig plantje! Aan elke stengel zat een leuk klein geel bloemetje. “Ze doen het prima bij wat koeler weer, dan houden ze het het langst vol”. Omdat de vorst weer even geweken is, staan ze nu dus gezellig op mijn balkonnetje!
Een paar dagen later liep ik met mijn camera in de heemtuin van Arnhem en tot mijn grote verrassing stonden daar in de sneeuw prachtige gele bloemetjes! Hun knopje zat nog dicht, maar het was onmiskenbaar de winteraconiet! Toen ik iets verder keek bleken ze overal te staan. En waar de sneeuwklokjes echt een beetje zon nodig hebben om zichzelf te laten zien, is de winteraconiet minder veeleisend. Ze tovert het saaie winterse toneel ook bij weinig zon al om tot een kleurrijk spektakel!
Vastenavondzotje
Eigenlijk is het best bijzonder dat iedereen de krokus en het sneeuwklokje kent, maar dat de winteraconiet nog zo onbekend is bij veel mensen (waaronder ik). Ze is een echte stinsenplant – een plant die niet inheems is, maar zich hier toch prima zonder hulp weet te handhaven – en al sinds de 16e eeuw in Nederland! Ze heeft zelfs in Vlaanderen het lieve koosnaampje ‘vastenavondzotje’ gekregen, omdat ze vaak rond carnaval bloeit.
Bijen zijn dol op de winteraconiet en gaan er graag op af. Ze drinken de nectar en ondertussen blijven de pollen van de meeldraden aan hun met haartjes bedekte lijfje plakken. Bij de volgende bloem worden die weer afgegeven, waardoor bestuiving optreedt. De rijpe zaadjes vallen in mei op de grond en vormen na drie jaar knolletjes, waaruit weer nieuwe plantjes groeien.

Foto-tip
En dan nu mijn favoriete onderdeel van dit blog: de foto-tip!
- Een algemene tip in de natuurfotografie is: fotografeer op ooghoogte. Dat geldt zéker bij dieren, maar werkt ook uitstekend bij plantjes. Ga dus gerust door de knieën en hou je camera op de hoogte van het bloemetje. Hou een beetje afstand, zoals in mijn sneeuwfoto of kruip er juist dichter op zoals bij bovenstaande macro-foto’s.
- Ik hou ontzettend van spelen met de scherptediepte en zet mijn diafragma altijd wijd open (f2,8). Zo krijg je de meeste zachtheid in de foto en is slechts een klein stukje scherp. Laat al de ‘hoe het hoort’-regels los en probeer de schoonheid van dit bloemetje eens op een hele andere manier te vangen!
Ik ben heel benieuwd naar jullie resultaten! 😃
Dit blog is ook te lezen op de inspirerende website www.boeksz.com, waar ik af en toe mag bloggen over mijn verwondering voor de natuur en fotografie.
Het verhaal is leuk, kreeg alleen om 1 of andere reden geen foto’s te zien?
Zal kijken of ik ze kan vinden