Twee weken terug mocht ik – samen met een aantal andere gidsen – deelnemen aan een fotoworkshop in Burgers’ Zoo. We kregen tips van de echte huisfotograaf van het dierenpark en werden in groepjes met de camera op pad gestuurd. De opdracht luidde: maak een dierenportret. Dat is best wel op mijn lijf geschreven, maar voor fijne foto’s heb ik toch vaak wat meer rust en tijd nodig. Na een uurtje kwamen we bij elkaar en kregen we feedback op onze ‘beste’ foto. Toch knap spannend als een échte kenner en ervaren fotograaf je foto’s onder de kritische loep neemt. Maar ik vond het vooral leuk om te zien waar iedereen mee terugkwam. Zo bijzonder om al die verschillende foto’s te zien!
Bij elke foto werd iets gezegd over compositie en… – even inzoomen – … de scherpte op de ogen! Dat viel nog best tegen. Als je je foto zo groot in beeld ziet verschijnen, recht uit de camera en zonder nabewerking valt echt elk klein minpuntje op. Ik geloof dat bij bijna niemand de ogen scherp waren. Maar moet dat dan echt? Is dat dan zó belangrijk? Ja, zo luidde het antwoord. Dat is essentieel voor een goed (dieren-)portret.
Een voorbeeldje
Nu had ik dat natuurlijk al weleens gehoord en gelezen en probeer ik sowieso goed op de ogen scherp te stellen, maar waarom ís dat nou eigenlijk zo belangrijk? Waarom is een foto die prachtig qua compositie en lichtinval is, toch minder mooi als de focus net náást de ogen valt? Wat is dat toch met die ogen?
Kijk eens naar onderstaande twee foto’s. Als je dit blog op een klein schermpje bekijkt, zul je wellicht even moeten inzoomen. De twee foto’s zijn enkele seconden na elkaar gemaakt. Eén scherp op de ogen en – helaas – één scherp op de neus… Tja, met zo’n klein diertje schiet je snel mis… 😉
De beleving van een foto is natuurlijk voor iedereen anders. Ik kan dus alleen maar hopen dat ik hiermee een goed voorbeeld heb gekozen. Voor mij persoonlijk spreekt de eerste foto het meest tot de verbeelding. Het lijkt alsof ik echt even contact maak met de kleine nieuwsgierige anolis. Zijn blik is gericht op die blonde dame achter de camera. Of – meer toepasselijk – op de enorme lens die op hem gericht is. 😀 De tweede foto is ook best leuk, maar de blik van het hagedisje is gericht op iets anders dan mijn camera. Alsof hij even afgeleid is. Mijn oog wordt bij foto nr. 2 vooral getrokken naar zijn neus, die weliswaar prachtig gekleurd en geschubd is, maar niet zorgt voor een echte verbinding met dit mooie dier.
Waarom vinden we die ogen toch zo fascinerend?
Het menselijk brein is zo ingesteld dat als we naar een foto van een mens of dier kijken, we altijd gericht zijn op de ogen. Je hersenen proberen in no time een inschatting te maken van de situatie en de persoon of het dier in kwestie. De ogen zijn hierbij een grote bron van informatie en functioneren als ons referentiepunt om het totaalplaatje te begrijpen. Als iemand vrolijk of boos is, verraden de ogen dat vaak. Hetzelfde geldt voor de andere emoties (al is niet elke blik uiteraard even goed te doorgronden…). Door de informatie die we uit dit ‘oogcontact’ halen, wordt de foto persoonlijker en dus ervaren we sneller een klik. Net als in het echte leven.
Oogcontact gaat ook op bij het maken van een connectie met een dier op een foto. Dieren ervaren en tonen emoties uiteraard op een andere manier dan mensen. (Dit is voer voor hele andere blogs en hier hebben wetenschappers al heel veel onderzoek naar gedaan…) De meeste mensen trekken zich hier echter niets van aan. We schrijven massaal menselijke kenmerken toe aan dieren. Als kind vond ik het heerlijk om hele dialogen te fantaseren bij de aapjes op de apenrots. En iedereen kent wel een animatiefilm waarin dieren worden vermenselijkt. Ik groeide op met The Lion King en vind het nog steeds geweldig dat de verblijven van Pumba en Timon in Burgers’ Zoo tegenover elkaar te vinden zijn.
Maar ik dwaal af… Wat ik wil zeggen is dat ook bij dierportretten oogcontact een rol speelt in de klik die je met de foto en het dier ervaart. Kijkt de hagedis recht in de camera én zijn de ogen mooi scherp? Kaboem! De connectie is gemaakt.
Zoals beloofd; een paar tips!
Ik zou willen dat ik de kunst al perfect beheers om al mijn foto’s haarscherp op de ogen te hebben. Helaas! Maar… ik heb in de loop van de tijd wel wat goede tips verzameld. Ik hoop dat jullie hier ook iets mee kunnen. Alvast héél veel plezier met uitproberen!
- Geduld, geduld, geduld…
Tja, het klinkt zo cliché, maar door het dier te observeren en te volgen en te kunnen anticiperen op wanneer hij zijn blik op jou gaat richten, krijg jij de kans om de focus mooi op zijn ogen te leggen. Geef niet te snel op! - De meeste camera’s (zelfs de camera’s op moderne mobiele telefoons) hebben de mogelijkheid om gezichtsdetectie aan te zetten en scherp te stellen op de ogen. Dit kán heel goed werken. Sommige camera’s stellen razendsnel en accuraat scherp. Merk je dat je ondanks deze instelling toch steeds nét mis schiet, probeer dan eens handmatig scherp te stellen. Je camera is namelijk ook niet perfect en zal soms niet weten waar de ogen precies te vinden zijn én op welke van de twee ogen je scherp moet stellen. Het is zeker aan te raden om dit proces zo nu en dan van de camera over te nemen en manueel scherp te stellen (dit vraagt wel véél oefening, weet ik uit ervaring…).
- fotografeer je je onderwerp niet helemaal recht van voren, stel dan altijd scherp op het dichtstbijzijnde oog.
- Tip vier is een lastige om zo eventjes uit te leggen, maar wel een heel belangrijke. Stel je hebt de kunst van het handmatig scherpstellen aardig in de vingers. Dan zul je er – bij kleine bewegingen van jezelf of van het dier – toch nog wel eens naast zitten. Mik dan liever iets meer naar voren dan naar achteren. Stel dus eerder scherp op de neus, dan op de oren. Het gebied dat scherp op de foto verschijnt ligt namelijk ongeveer 1/3 vóór je scherpstelpunt en 2/3 erachter. Ik heb geprobeerd dit te verduidelijken in onderstaand figuur.
Mooi verhaal ! Wist niet dat ze dit organiseerden in Burgers 🙂 Is dat voor iedereen ?